Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken. Om te voldoen aan de cookie wetgeving, vragen we uw toestemming om de cookies te plaatsen. Meer informatie.
Waar plaats ik een rookmelder?De plaatsing van de rookmelder is essentieel voor de correcte werking van de melder. Je wilt natuurlijk alles uit je rookmelder halen. In welke ruimtes kan ik een rookmelder plaatsen?Wij raden aan om rookmelders in de volgende ruimtes te plaatsen:
Let op dat je de rookmelder ongeveer 5 meter verwijderd van ruimtes met veel rook-, stof- of dampontwikkeling. Rookmelders in normale ruimtesRookmelders moeten bij voorkeur aan het plafond worden gemonteerd. Het liefst ook in het midden van het plafond, zodat je een zo groot mogelijk oppervlak ‘beveiligd’. Rookmelders moeten in elk geval minimaal 0,5 m van een muur, balk of van meubilair worden verwijderd. Als kamers door scheidingswanden of meubilair wordt verdeeld, moeten er in elk deel van de kamer rookmelders worden opgehangen als dit de spreiding van de rook belemmerd. Voor ruimtes met dwarsbalken of draagbalken aan het plafond geldt het volgende: A) Als de hoogte van de dwarsbalken ≤ 0,2 m is, hoeft er geen rekening gehouden te worden met de dwarsbalken en kunnen de rookmelders zelfs op de dwarsbalken worden bevestigd. B) In ruimtes met dwarsbalken met een van hoogte > 0,2 m en waarvan de plafonddelen een oppervlakte hebben > 36 m2 moeten de rookmelders op elk onderscheden plafondpaneel hangen. C) Bij dwarsbalken met een hoogte > 0,2 m en met plafonddeel oppervlakte < 36 m2 worden de verschillende afzonderlijke plafonddelen niet in aanmerking genomen. Een rookmelder moet dan midden in de ruimte worden gehangen op het plafondpaneel of op de dwarsbalk. Grote ruimtesAls de ruimte waarin je een rookmelder wilt hangen > 60 m2 moet er bij elke extra 60 m2 een rookmelder worden bevestigd. Voorbeeld: Als een ruimte 64 m2 is moet op elk oppervlak van 32 m2 een rookmelder opgehangen worden. Rookmelders in gangenIn gangen met een maximale breedte van 3 m, mag de afstand tussen de twee rookmelders niet meer dan 15 m zijn. De afstand van de rookmelder tot het begin van de gang mag niet meer dan 7,5 m bedragen. Op elk kruispunt, elke kruising en elke hoek (versteklijn) van de gangen moet een melder worden geplaatst. Rookmelders in tochtende ruimtesRookmelders mogen niet in een ruimte gehangen worden waar het risico op tocht hoog is. De rook is dan niet in staat om de rookmelder te bereiken. Dus plaats de melder niet in de buurt van een airconditioning of ventilatieopening. In ruimtes met geforceerde ventilatie moeten geperforeerde plafonds die voor ventilatie worden gebruikt in een straal van 0,5 m van de rookmelder gesloten worden. In ruimtes met ventilatie en/of airconditioning mag luchtbeweging het binnendringen van rook in de rookmelder niet hinderen. Uitzonderingen voor de plaatsing van rookmeldersNatuurlijk zijn er altijd uitzonderingen op de regel. Hieronder staan een aantal uitzonderingen. WandmontageAls montage aan het plafond niet mogelijk is (bijv. als het plafond niet sterk genoeg is), moet de rookmelder zijdelings worden gemonteerd, bij voorkeur op de langere wand van de ruimte 0,3 m tot 0,5 m onder het plafond, bij voorkeur in het middelste derde deel van de wand. Het muuroppervlak boven de rookmelder en ongeveer 1 m onder de rookmelder moet vrij zijn van meubilair binnen een minimale breedte van ± 0,5 m rondom de rookmelder. Rookmelders voor in kleine kamers en gangenIn ruimtes en gangen met een breedte van < 1 m moet de rookmelder centraal op het plafond tussen de wanden worden gemonteerd. Afhankelijk van de ruimtelijke omstandigheden moet de installatie 0,3 tot 0,5 m onder het plafond worden uitgevoerd, zodat een snelle reactie in geval van brand gegarandeerd is. Als je verwacht dat er veel valse alarmen kunnen zijn in gangen van ≤ 6 m² of in keukens die als vluchtweg dienen, kunnen de melders aan de muur worden bevestigd tussen de 0,3 tot 0,5 m onder het plafond. Platformen en galerijenAls een ruimte in hoogte wordt verdeeld in platformen of galerijen, is er een rookmelder vereist onder deze installaties als zowel hun oppervlakte groter is dan 16 m² en de lengte en breedte groter zijn dan 2 m. Ruimtes met een schuin plafondIn ruimtes met een plafondhelling van > 20° moet de rookmelder minstens 0,5 m en ten hoogste 1 m van de bovenkant van het plafond worden geïnstalleerd. In ruimtes met een plafondhelling van > 20° en een horizontaal plafond ≤ 1 m breed is, moet de rookmelder ook minstens 0,5 m en ten hoogste 1 m van de bovenkant van het plafond worden geïnstalleerd. In ruimtes met een plafondhelling van > 20° en een horizontaal plafond > 1 m breed is, moet de melder aan het horizontale plafond worden bevestigd. Waar je een rookmelder vooral niet moet plaatsen
|